Er werd lang naar uitgekeken, nu is het er: een nieuw rapport van het IPCC, het klimaatpanel van de Verenigde Naties. Uit het rapport blijkt onder meer dat het klimaat ongekend snel verandert en dat de mens daarvan de oorzaak is.
De belangrijkste conclusies, reacties én de achtergrond van het rapport op een rij. De conclusies:
De klimaatverandering is ongekend groot, groter dan in de duizenden jaren hiervoor.
Het is overduidelijk dat het klimaat is opgewarmd door de mens. Dat heeft in de hele wereld nu al grote veranderingen veroorzaakt in de atmosfeer, in de oceanen, het gebied rond de noordpool en natuurgebieden.
Het is duidelijker geworden dat klimaatverandering leidt tot meer extreem weer. Verdere opwarming leidt tot nog grotere veranderingen in het klimaat: intensere en frequentere hittegolven, meer hittegolven in de oceanen, meer en vaker zware regen, vaker droogte, meer zware tropische cyclonen, steeds minder ijs op de noordpool en afname van de permafrost.
De beste schatting voor het opwarmende effect van de uitstoot van broeikasgassen door de mens is 3 graden, met minimaal 2 graden en maximaal 5 graden.
Sommige gevolgen van klimaatverandering dreigen in eeuwen of zelfs duizenden jaren niet te keren te zijn. Dat geldt vooral voor veranderingen in de oceanen, de ijskappen en het zeeniveau.
Klimaatverandering kan op korte termijn en regionale schaal variaties vertonen. Op de grootschalige klimaatverandering heeft dat geen effect, maar het is wel belangrijk om met die variaties rekening te houden.
Er zijn vijf nieuwe ‘emissiescenario’s’ uitgewerkt. Bij alle scenario’s blijft de temperatuur tot ongeveer 2050 stijgen. Deze eeuw stijgt de temperatuur meer dan 1,5 tot 2 graden, tenzij de uitstoot van broeikasgassen heel sterk beperkt wordt.
Bij verdere opwarming zullen de gevolgen overal op aarde groter worden. De gevolgen zullen bij 2 graden groter zijn dan bij 1,5 graad en nog groter en uitgebreider als het nog meer opwarmt. Gebeurtenissen met een kleine kans, zoals het instorten van een ijskap, plotselinge veranderingen in de oceaanstromingen, gecombineerde weersextremen of een aanzienlijk grotere opwarming kunnen niet uitgesloten worden en moeten meegenomen worden in de beoordeling van de risico’s.
Als we de klimaatverandering willen beperken, is het op z’n minst nodig om netto nul CO2 uit te stoten.
We zitten gevangen in regels en protocollen, waardoor belangrijke risico’s onvoldoende aandacht krijgen.
“Ik zou het niet erg vinden als premier Rutte dit ook eens zou horen”, zegt hoogleraar Arco van de Ven over de verkeerde focus op risicomanagement. De docent van de NBA-cursus ‘Risicobereidheid in de publieke sector’ vindt dat organisaties bij risicomanagement meer moeten kijken naar de maatschappelijk aanvaardbare ondergrens. Er is steeds meer aandacht voor risicomanagement. Maar de nadruk ligt te veel op het hanteren van methodieken en protocollen. Die zorgen echter voor een schijnveiligheid, stelt Van de Ven. “De focus ligt verkeerd”, zegt hij dan ook. Er gaat steeds meer geld naar risicomanagement, maar daarmee worden slechts de risico’s afgedekt die vrij makkelijk te voorspellen zijn en dat zijn over het algemeen niet de belangrijkste problemen.”
“Omdat er veel aandacht is voor risicomanagement, denken we dat we een risicomijdende samenleving zijn”, zegt Van de Ven. “Als er iets misgaat, schieten we meteen in een risicoregelreflex. Maar als je goed kijkt naar wat er dan gedaan wordt om gevaren uit te sluiten, zie je dat de risico’s die we daardoor nemen juist groter zijn.” Dat is ook wat er misgaat in de politiek. “De oplossingen waarmee politici komen, zijn niet meer van deze tijd. Bij een crisis een rapport laten opstellen of een commissie in het leven roepen zijn maatregelen die in het verleden misschien nog wel konden, maar in de huidige samenleving is dat niet meer toereikend.” Volgens de hoogleraar zie je deze tendens niet alleen bij de overheid of de politiek. Op lager niveau is het gedrag binnen organisaties hetzelfde. “Jammer”, zegt Van de Ven. “Juist zulke organisaties kunnen makkelijk een nieuwe weg inslaan.”
De huidige lijn voor het interbestuurlijk toezicht is dat de toezichthouder op een professionele manier invulling geeft aan zijn rol als toezichthouder en hiervoor een risicogerichte methodiek hanteert. Het gaat daarbij om het gezamenlijk als toezichthouder en toezichtontvanger inzichtelijk maken van de risico’s, de kans op die risico’s, de wijze waarop de risico’s worden geïnventariseerd, beoordeelden hoe de toezichtontvanger deze beheerst.
De ervaringen van de toezichthouder en de toezichtontvanger worden meegenomen bij het verder ontwikkelen van risicogericht toezicht. Vanuit het programmateam ATT werken we momenteel aan de voorbereiding van een aantal pilots die we willen uitzetten bij een aantal toezichthouders en -ontvangers.
Wat hebben we tot nu toe gedaan? Samen met Naris zijn er workshops voor risico-inventarisatie gegeven op verschillende beleidsterreinen, met meerdere sessies per domein, zodat iedereen die dat wilde, kon deelnemen. Tijdens de sessies werd veel duidelijk, maar rezen er ook vragen over het doel en de scope van deze actielijn. Verder maakten we uit de sessies op dat elke toezichtontvanger, maar ook elke toezichthouder, zijn of haar eigen waarheid lijkt te hebben en dat die waarheden van elkaar kunnen verschillen. Meningen blijken nog weleens gebaseerd op ervaringen in het verleden en op misinterpretatie. Wat we ook weten is dat toezicht dynamisch is en continu moet worden gekeken of het toezicht op een dossier, een domein nog een toegevoegde waarde heeft.
Een werkgroep met deelname vanuit VNG Risicobeheer gaat onderzoeken hoe we voor het generieke toezicht beter tot gedeelde risico’s tussen toezichthouder en toezichtontvanger kunnen komen en hoe we daarbij gebruik kunnen maken van wat er op dit punt al is ontwikkeld bij gemeenten. We zullen het onderwerp ‘gedeelde risico’s’ tevens aandragen voor de agenda van een van de volgende verdiepingssessies van de provinciale IBT –coördinatoren en bespreken waar er hierover in pilots ervaring opgedaan kan worden. Door risicogericht toezicht kan meer tijd worden besteed aan die situaties waar de risico’s hoog zijn en de beheersmaatregelen nog beperkt, maatwerk dus. Ook zal gesproken worden over indicatoren en normen die de toezichthouders gebruiken.
De toename van beschikbare data en analysetechnieken geeft ook meer mogelijkheden om risico’s te detecteren op basis van de financiële en niet-financiële informatie. Ook hier doen we onderzoek naar de mogelijkheden. Verder kijken we naar de mogelijkheden om verbindingen te maken met Sisa (single information Singel audit), ENSIA (Eenduidige Normatiek Single Information Audit) en wellicht BIO (Baseline Informatiebeveiliging Overheid (BIO).
Legal Risk Management in een veranderend landschap van zakendoen en compliance
David Schreuders
We leven in een tijd van crisis. Of eigenlijk: crises, meervoud dus, want naast de coronacrisis met een mondiale economische recessie tot gevolg, kunnen we onze ogen niet sluiten voor de al langer bestaande klimaatcrisis en recentelijk is daar ook nog een sociale crisis bij gekomen, als gevolg van de tragische dood van George Floyd in de VS. In meer dan 3.900 steden wereldwijd vonden steunbetuigingen plaats aan de Black Lives Matter beweging, soms zelfs gepaard gaand met een heuse ‘beeldenstorm’ en werd de maatschappelijke discussie over discriminatie een hot topic.
Al deze crises hebben consequenties voor de wijze waarop bedrijven tegenwoordig zaken moeten doen en ze hebben geleid tot een veranderend spectrum van risico’s waar ondernemingen tegenaan lopen. Dit artikel bespreekt een aantal recente en belangrijke veranderingen van bedrijfsrisico’s waarop een adequaat Enterprise Risk Management (ERM) en als onderdeel daarvan Legal Risk Management –andere bedrijfsrisico’s zoals operationele, financiële, interne organisatie en omgevingsrisico’s worden niet besproken – zal moeten inspelen. Aan het slot wordt een overzicht gegeven van de wijze waarop dat zou kunnen gebeuren. Lees meer
Compliancebeleid internationaal implementeren: de succesfactoren
Ernst-Jan Mante en Gaby van den Berkmortel
Het lukt ondernemingen niet altijd om beleid om te zetten in werkbare kaders. Vaak komt men er pas achteraf achter dat het beleid niet wordt uitgevoerd zoals het bedoeld is. Dikwijls gaat hier een incident aan vooraf, of een aanwijzing van een toezichthouder. Organisaties die internationaal opereren hebben daarnaast nog een uitdaging: er zijn letterlijk en figuurlijk grotere afstanden. Verschillen in wet- en regelgeving, organisatie en cultuur maken het vertalen van beleid in werk- en toetsbare kaders extra complex. Lees meer
Kabinet neemt maatregelen om kwaliteit accountantscontroles te verbeteren
De ministerraad heeft op voorstel van minister Hoekstra ingestemd met maatregelen om de kwaliteit van wettelijke controles te verbeteren. Zo komen er onder meer heldere criteria voor het meten van kwaliteit, valt het toezicht straks in zijn geheel onder de Autoriteit Financiële Markten en moeten de grootste accountantsorganisaties verplicht een raad van commissarissen hebben waarmee intern toezicht beter geborgd wordt. De maatregelen moeten naast duurzame verbetering van de kwaliteit ook zorgen voor een cultuuromslag op de werkvloer. Een kwartiermaker wordt aangesteld om alle betrokkenen om tafel te brengen en te zorgen voor de voortgang en uitvoering van maatregelen.
Onderzoek Commissie toekomst accountancysector
Het afgelopen jaar onderzocht de Commissie toekomst accountancysector (Cta) hoe de kwaliteit van accountantscontroles kon worden verbeterd. Er werd door accountantsorganisaties onvoldoende voortgang geboekt bij de noodzakelijke verbeteringen rondom de controles. De commissie sprak uitvoerig met de sector en deed onderzoek, zowel nationaal als internationaal. Daaruit bleek dat aanvullende maatregelen nodig zijn om ook het vertrouwen in de controles te verbeteren.
In reactie op het advies van de Cta komt de overheid nu met een stevig pakket aan maatregelen, waarbij rekening wordt gehouden met verschillen tussen grote en kleine accountantskantoren.
Minister Hoekstra: “Een goede wettelijke controle is de uitkomst van een traject waarin alle betrokkenen, dus niet alleen de accountant maar ook de gecontroleerde onderneming, hun verantwoordelijkheid nemen en de toezichthouder daar toezicht op houdt”. De maatregelen zijn dan ook nadrukkelijk voor alle partijen die betrokken zijn bij de totstandkoming van de jaarrekening van een onderneming. Read more
De vraag is of een stroom aan nieuwe regelgeving en strenger toezicht als vanzelf leidt tot betere naleving, tot meer compliance. Dat idee heeft Sylvie Bleker, hoogleraar compliance aan de VU Amsterdam, niet. “Er is een monster aan compliance gecreëerd, maar het gaat om gedrag en niet om afvinklijstjes.” Lees meer
Adviezen van Deskundigen en/of Onderbuikgevoelens?: het managen van risico’s in tijden van crisis
Harrie Scholtens*
Ieder jaar wordt door velen uitgekeken naar het jaarlijkse Global Risks Report van het World Economic Forum waarin opgenomen een schematische voorstelling van de grootste risico’s die ons bedreigen.
Dit jaar scoorde “Infectious diseases” qua impact boven het gemiddelde. Qua waarschijnlijkheid onder het gemiddelde . Maar zie waar we op dit moment van het schrijven van deze beschouwing (17 maart 2020) in de wereld mee worden geconfronteerd. Een heuse pandemie die het maatschappelijk leven in vele landen of delen daarvan geheel of gedeeltelijk stillegt. De omvang hiervan was ook moeilijk in te schatten en je kunt je er als maatschappij ook heel moeilijk volledig op voorbereiden. Maar het feit is daar, dat we met deze pandemie worden geconfronteerd. Daarmee is ook het woord feit gevallen. Dit is van belang om, op basis van feiten, na te gaan hoe we deze pandemie te lijf kunnen gaan en hoe we deze bedreigende periode de komende tijd door kunnen komen.
Het mag echter ook geen verwondering oproepen dat een pandemie als deze hevige emoties oproept. Voor een deel van de bevolking, gelukkig een niet te groot deel zoals het zich laat aanzien, kan het Coronavirus dodelijk zijn. Door deze kant van sterfelijkheid worden de feiten wel eens over het hoofd gezien. Begrijpelijk maar wel gevaarlijk.
Het virus zal hoe dan ook moeten worden bestreden en daar gaat het, zoals altijd in dit soort zaken, wringen. Er werpen zich tal van deskundigen op, die op basis van min of meer dezelfde data, verschillende oplossingen aandragen. Bij elke overheid is wel een dienst opgetuigd waar deskundigheid is verzameld rond gezondheidsvraagstukken met specifieke kennis rond virusuitbraken, zoals van SARS, Spaanse griep en de jaarlijkse griepgolf. In ons land is dat een onderdeel van de RIVM (Rijksinstituut voor Volksgezondheid en Milieu).
Een regering zal naar mijn mening de visie van de eigen deskundigen zwaar moeten laten wegen. Er zal met hen over scenario’s moeten worden gesproken en uiteindelijk zal moeten worden gekozen voor een kompas waarop wordt gevaren. Daaraan zal moeten worden vastgehouden. Er zal echter altijd druk worden uitgeoefend door personen en instanties die een andere visie op de aanpak hebben. Dat mag ook, maar zorg er dan voor dat die kennis en meningen worden uitgewisseld voordat eventuele stappen die passen in het gekozen scenario worden bekend gemaakt. Vaak komen die andere meningen niet alleen voort uit een andere visie op basis van deskundigheid maar ook vanuit onderbuikgevoelens, gevoed door allerlei theorieën die hun weg vinden op het Internet. We zien ook dat daardoor allerlei ontwikkelingen op gang komen die haast niet te beteugelen zijn, zoals het hamsteren van voedsel, medicijnen en dergelijke. Daar blijkt nog maar eens uit dat we in een tijd leven waarbij de kennis van de deskundigen niet vanzelfsprekend wordt overgenomen. De scepsis ten opzichte van de klimaatregelingen zijn ons al meer dan bekend en ook de scepsis van bijvoorbeeld de boeren ten opzichte van het RIVM.
Het is dan ook van het grootste belang dat vanuit de overheid een eenduidig beleid wordt gevoerd, transparant en begrijpelijk. Hoe gevoelig de boodschap ook is die daaruit voortvloeit. In die zin was de toespraak van Mark Rutte op 16 maart jl. daarvan een schoolvoorbeeld. De visie van de Nederlandse overheid ligt er nu en het is van groot belang hieraan vast te houden. Tot vorige week was die duidelijkheid er niet en het gevolg heeft zich afgelopen weekend vertaalt in een maatschappelijke druk om de scholen te sluiten. Nu het scenario er ligt is het van belang alle nog komende maatregelen in het licht van dit scenario te plaatsen.
Bijzonder is ook te noemen dat met name vanuit Eurosceptische hoek in Nederland veel wordt gewezen naar de landen om ons heen. Daar klinkt uit op dat een Europese benadering wordt voorgestaan. Vergeten wordt blijkbaar dat concreet handelen op dit terrein bewust tot de bevoegdheden van de soevereine staten is gelaten en niet over gedragen aan Brussel. Het had ook zeker geen kans van slagen gehad om recentelijk te worden overgedragen, gelet op de geluiden rond de zogenaamde macht van Brussel. Coördineren kan en gebeurt ook, maar voor een echte gelijkschakeling is nu eenmaal doorzettingsmacht nodig op Europees niveau. Overigens biedt een meer federale staatsstructuur daarvoor ook geen garantie. Een goed voorbeeld is de Verenigde Staten, waar een aantal staten verregaande maatregelen treffen nu die op federaal niveau uitbleven. De laatste dagen is daar wel een kentering te zien, maar veel haalt dit nog niet uit. Dit is verklaarbaar omdat men op federaal niveau de problematiek op een geheel andere manier benadert, zeker in het begin dan in een aantal staten in de VS.
Wat we ook hier in Europa nu dus zien is dat de adviezen van deskundigen in de onderscheiden landen vaak op diverse manieren worden uitgelegd. Daar gaan degenen die zich graag op de onderbuikgevoelens richten in die zin mee aan de haal, dat zij daar de krenten uit de pap halen en maatregelen propageren die zij graag voorstaan. Typerend hiervoor is bijvoorbeeld de tweet van Geert Wilders van 16 maart jl. die Rutte verwijst naar de Franse Lock Down met daarbij een plaatje van militairen in het straatbeeld.
Gelet op dit soort ontwikkelingen is het dan ook, zoals hiervoor gesteld, van het grootste belang dat een overheid naar de bevolking duidelijk maakt op welk kompas wordt gevaren in tijden van een crisissituatie. En dat maakt de toespraak van Premier Mark Rutte op 16 maart jl. zo bijzonder, of je het nu wel of niet eens bent met de benadering dat op de adviezen van deskundigen wordt afgegaan en niet op onderbuikgevoelens. In mijn optiek is dat het managen van risico’s in tijden van crisis.
En ja, op dit moment zal dit op het niveau van de Europese lidstaten moeten geschieden en blijft een Europese aanpak tot nu toe helaas uit. En ja, we moeten ons voorbereiden om aanhoudende druk vanuit de onderbuikgevoelens. De kunst zal zijn die te verwoorden en op basis van daadwerkelijke feiten verdere maatregelen te nemen.
Bibliografie
Report World Economic Forum 2020, figure 2: The Global Risk Landscape 2020
Verplicht en (on)bemind? Gemeenten en verplichte beleidsindicatoren
Tjerk Budding, Hilko de Boer en Erwin Ormel | B&G Magazine
Met ingang van begrotingsjaar 2017 zijn gemeenten verplicht een set uniforme beleidsindicatoren in hun verantwoordingsstukken op te nemen. Het doel hiervan was om te komen tot meer transparantie, stuurbaarheid en vergelijkbaarheid. Dit artikel gaat na hoe gemeenten in de praktijk met de beleidsindicatoren omgaan en welke lessen hieruit zijn te trekken.
Dat gemeenten tegenwoordig een set verplichte beleidsindicatoren moeten opnemen in hun begroting en jaarverslag, is één van de maatregelen die is genomen op basis van het rapport ‘Vernieuwing van de begroting en verantwoording van gemeenten’ van de zogeheten commissie Depla, een gremium dat was ingesteld door de Vereniging van Nederlandse Gemeenten. In dit in 2014 uitgebrachte rapport werden adviezen uitgebracht over mogelijke vernieuwingen van de verslaggevingsrichtlijnen voor gemeenten en provincies.
“Geen van de verplichte beleidsindicatoren heeft betrekking het maatschappelijke effect of de outcome”
Inmiddels zijn zes verantwoordingsdocumenten tot stand gekomen (begrotingen 2017, 2018, 2019 en 2020; jaarrekening 2017 en 2018) waarin deze verplichte indicatoren moesten worden opgenomen. Hiermee is sprake van de nodige ervaringen en kan worden gekeken naar de wijze waarop gemeenten in de praktijk met de richtlijnen omgaan. In dit artikel gaan wij op basis van analyses van begrotingen over de jaren 2018 en 2019 na welke beelden hieruit naar voren komen over dit gebruik. Daarnaast gaan we in op de vraag hoe nuttig gemeenten de verplichte indicatoren lijken te ervaren. Hierbij betrekken we tevens de gesignaleerde leerpunten uit een tweetal seminars over dit thema, waarbij de auteurs van dit artikel betrokken waren. Lees meer
Opgeluchte gezichten in de bestuurskamers van accountants. De Monitoring Commissie Accountancy en de Commissie Toekomst Accountancysector presenteren stevige conclusies en een lange lijst aanbevelingen, maar dwingen geen werkelijke verandering af. Lees meer