De 16e editie van het Global Risks Report van het World Economic Forum is op 19 januari 2021 gepubliceerd. Het analyseert de staat van de huidige publieke waarden, maatschappelijke risico’s, aanhoudende en opkomende risico’s voor de gezondheid, stijgende werkloosheid, groeiende digitale scheidslijnen, ontgoocheling bij jongeren en geopolitieke fragmentatie.
Bedrijven riskeren een wanordelijke shake-out die grote groepen werknemers en bedrijven kan uitsluiten van de markten van de toekomst. De aantasting van het milieu – nog steeds een existentiële bedreiging voor de mensheid – dreigt samen te vallen met maatschappelijke risico’s en ook ernstige gevolgen te hebben. Maar nu de wereld meer op risico’s is afgestemd, kunnen lessen worden getrokken om de respons en veerkracht te versterken. In 2020 werd het risico op een pandemie werkelijkheid. Nu overheden, bedrijven en samenlevingen worstelen met COVID-19, is maatschappelijke samenhang belangrijker dan ooit. Meer dan waard om te lezen! WEF_The_Global_Risks_Report_2021
Onderzoekscommissie AEB: Jaap Winter, Staf Depla en Elbert Dijkgraaf
PRIMO: Het rapport gaat uitgebreid in op de werking en het mechanisme van riscomanagement als integraal onderdeel van besturing en management, zowel bij de gemeente Amsterdam als bij het Afval Energie Bedrijf. Het is een lezenswaardig rapport voor elke publieke leider. Er zijn lessen te trekken op het managen van de stad voor burger en samenleving. Het gaat over het kloppend hart van de resilience van de stad. Het gaat daarbij over de interne kwetsbaarheden van organisaties en haar mensen. Eén ding is duidelijk: publiek risicomanagement moet op de kaart, in dit geval als een vorm van business continuity management en resilience management. Het begrip en het vak risicomanagement lijken een nieuwe fase in te gaan. Een lezenswaardig rapport.
De oorzaken en leerpunten van het stilleggen van vier verbrandingslijnen door AEB in de zomer van 2019.
Quote Aanleiding
Op 24 juni 2019 informeerde de directie van het Afval Energie Bedrijf (hierna AEB) gemeente Amsterdam dat AEB ‘onvoldoende in control is om de productie op volle toeren door te laten draaien.’ AEB geeft aan dat het enkele mitigerende maatregelen genomen heeft en verdere maatregelen middels scenario’s inventariseert, met als meest zwarte scenario een tijdelijke stillegging van afvalverwerking en warmtelevering.1 Op de website van AEB schrijft het bedrijf op 5 juli 2019: “AEB heeft mede naar aanleiding van het verscherpt toezicht een verbetertraject opgestart om de veiligheid van de installaties en systemen te optimaliseren. De snelheid waarmee de verbeteringen worden doorgevoerd, is tot nu toe onvoldoende. Om de veiligheid te borgen hebben medewerkers samen met het management geconstateerd dat het noodzakelijk is om de verbrandingslijnen gedeeltelijk uit bedrijf te nemen. AEB is daarmee gestart. AEB heeft tot deze drastisch andere aanpak besloten om de veiligheid van haar medewerkers te kunnen blijven borgen en de installaties versneld op het niveau te brengen dat nodig is voor een betrouwbare en voorspelbare productie van afvalverwerking en energielevering.”
Vanwege het sluiten van de verbrandingslijnen door de directie van AEB heeft het college van burgemeester en wethouders (college van b&w) van Amsterdam op 9 juli 2019 ingestemd met het opstellen van een onderzoeksopdracht naar de ontstane veiligheids- en financiële situatie van AEB. Op 12 en 18 september 2019 is de gemeenteraad in de gelegenheid gesteld tot het uiten van wensen en bedenkingen.
Quote Opdracht en doel
Het college van b&w heeft op 15 oktober 2019 een externe commissie -bestaande uit de heren Jaap Winter (voorzitter), Elbert Dijkgraaf en Staf Depla- ingesteld om het onderzoek naar de ontstane veiligheids- en financiële situatie van AEB uit te voeren2. Op 30 oktober 2019 is de externe onderzoekscommissie (hierna commissie) gestart met het onderzoek. De commissie is hierbij ondersteund door Lysias Advies.
Het doel van het onderzoek is achterhalen wat de oorzaken zijn van de operationele en financiële problemen bij AEB, die uiteindelijk hebben geleid tot het stilleggen van vier van de zes verbrandingslijnen, en tot de financiële noodsteun van de gemeente. Het onderzoek wil daarnaast – vanuit de verschillende rollen van de gemeente (aandeelhouder, klant, beleidsmaker en financier3)- inzicht geven in de invloed van gemeente Amsterdam op (het functioneren van) AEB, en in hoeverre de invulling van deze rollen heeft meegespeeld in de ontstane situatie. Tenslotte moet het onderzoek duidelijkheid geven hoe bij het besluit tot het stilleggen van de verbrandingsovens rekening is gehouden met de (mogelijke) maatschappelijke impact.
De insteek van het onderzoek is gericht op ‘leren’ van het verleden en niet op het aanwijzen van schuldigen, omdat dit juist het leren vaak in de weg staat. De commissie heeft zich ten doel gesteld de patronen die ten grondslag liggen aan de problemen van AEB inzichtelijk te maken. Dat vormt de basis voor de conclusies en aanbevelingen voor de toekomst.
Quotes Conclusies
AEB had geen systeem van integraal risicobeheer dat toereikend was om de samenhang van operationele, commerciële en financiële risico’s van AEB te beheersen en nam – bij het ontbreken daarvan- onvoldoende maatregelen om risico’s te mitigeren. De gemeente heeft als aandeelhouder niet effectief aangedrongen op het ontwikkelen van een dergelijke integrale risicobeheersing en het mitigeren van risico’s.
In het najaar van 2018 hadden directie en rvc van AEB, ondanks het ontbreken van een adequaat risicobeheersysteem, voldoende aanwijzingen over de operationele en daarmee samenhangende financiële problemen om steviger in te grijpen dan men heeft gedaan. Dan was het mogelijk geweest om op een beheerste manier de problemen het hoofd te bieden.
Gemeente Amsterdam heeft onvoldoende doorzien dat AEB in 2019 niet anders kon dan een beroep doen op steun van de gemeente door omstandigheden die de gemeente mee heeft veroorzaakt. De afhoudende opstelling van de gemeente toen AEB in het voorjaar van 2019 steun vroeg, is ongerijmd in het licht van die voorliggende omstandigheden.
Het ontbreken van een constructieve dialoog tussen gemeente Amsterdam en AEB draagt bij aan het voortduren en verergeren van de problemen bij AEB. Dit bemoeilijkt het vinden van een oplossing in voorjaar 2019 en heeft als gevolg dat partijen in eerste instantie tegenover elkaar staan, als de crisis zich voordoet.
Zekering van Resilience van Publieke Organisaties met Kwaliteits- en Risicomanagement
Europese Online Cursus
De Covid-19 crisis heeft het gebrek aan kwaliteits- en risicomanagement in veel publieke organisaties in Europa blootgelegd. PRIMO en KDZ hebben daarom besloten de krachten te bundelen in het aanbieden van een gedegen training met richtlijnen om publiek bestuur en management te stimuleren richting duurzaamheid en resilience, specifiek gericht op mogelijke toekomstige crises.
De samenwerking van PRIMO als leidend Europees netwerk van experts op het gebied van publiek risicomanagement en KDZ als leidend Europees centrum van experts op het gebied van kwaliteitsmanagement en CAF (Common Assessment Framework) maken het mogelijk te komen met out-of-the-box benaderingen voor verdere ontwikkeling van organisaties in the publieke sector. De opleiding zekert een toegevoegde waarde en biedt grote voordelen voor de deelnemers.
Public Risk Forum #6: PRIMO Onderwijs en ‘Erkend Risicoadviseur’
Elke twee weken houden wij op woensdag een digitaal overleg voor leden. Per bijeenkomst één onderwerp. Eén uur. De lijnen zijn altijd open vanaf 11:00 uur, voor klankbord of advies. Op woensdag 22 juli 2020 agendeerden wij twee onderwerpen.
PRIMO/KDZ leergang Kwaliteit & Risico
Jack Kruf en Harrie Scholtens van en namens PRIMO gaven een toelichting op het gezamenlijke initiatief van PRIMO en KDZ. PRIMO mag bij de lezers van deze site bekend worden verondersteld. KDZ (Zentrum für Verwaltungsforschung) is een oorspronkelijk initiatief van de Vereniging van Oostenrijkse Steden en is nu Internationaal actief met als inzet de verbetering van het openbaar bestuur in Europa. KDZ acteert op dat gebied ook voor de Europese Commissie op de Balkan.
In de tweede helft van dit jaar (vanaf eind september) zullen een drietal digitale modules worden aangeboden waarin het Kwaliteitsmodel CAF (Common Assessment Framework) en Risicomanagement bij elkaar worden gebracht en waarbij aandacht zal worden besteed hoe in deze setting omgegaan kan worden met “Climate Change”. In de eerste module zal het Risicomanagement centraal staan. In de tweede module komt Climate Change aan de orde en de derde module zal zich richten op hoe de problematiek kan worden benaderd vanuit het perspectief van de eigen persoonlijke stijl, vaardigheden en kennis.
Het programma zal Europa-breed worden aangeboden om uitwisseling van benaderingen, in diverse Europese landen, mogelijk te maken. De presentaties zullen in het Engels worden verzorgd. Er zal worden getracht de break-out teams de gelegenheid te geven te discussiëren in de eigen taal, waarbij wordt uitgegaan van Engels, Duits en Nederlands.
De deelnemers aan het Public Risk Forum kwamen tot de conclusie dat een dergelijke opleiding in een behoefte kan voorzien, waarbij wel de insteek naar de doelgroep van groot belang is. Geconcludeerd is namelijk ook dat deze integrale benadering met name op management- en bestuursniveau nogal eens ontbreekt. Uitgangspunt is dan ook om in te steken op het niveau van het hogere management bij decentrale overheden.
Naar een ‘Erkend Risicoadviseur’ in het publieke domein?
Het onderwerp werd door Ed Mallens van de gemeente Rotterdam/NEN om het nieuwe initiatief van NEN te bespreken in het licht van risicomanagement in de publieke sector. Het NEN heeft een platform Erkend Risico-adviseur opgezet, dat zich met name richt op het bedrijfsleven. De deelnemers aan het Forum hebben hiervan kennisgenomen en zijn tot de conclusie gekomen dat een dergelijk initiatief ook voor de publieke sector een welkome aanvulling zou kunnen zijn.
Geconcludeerd is dan ook dat PRIMO hierin een sturende en leidinggevende rol zou kunnen vervullen. Het Public Risk Forum geeft het bestuur van PRIMO mee om dit op te pakken en te bespreken of dit in internationaal verband kan worden opgepakt.
Volgende bijeenkomst
Het volgende Public Risk Forum vindt plaats op woensdag 2 september 2020 om 11:30 uur (members only).
Arnoud Molenaar: werken aan een weerbare en veerkrachtige stad
Rotterdam klaarmaken voor de toekomst: dat gaat veel verder dan de stad en haar gebouwen voorbereiden op heftige regenbuien en een veranderend klimaat. Chief Resilience Officer Arnoud Molenaar van de gemeente Rotterdam vertelt hoe Rotterdam op een integrale manier werkt aan een weerbare en veerkrachtige stad.
Chief Resilience Officer, het is een tot de verbeelding sprekende titel. Arnoud Molenaar, verantwoordelijk voor het programma ‘Resilient Rotterdam’, draagt ‘m al sinds 2014, toen Rotterdam toetrad tot het wereldwijde netwerk ‘100 Resilient Cities’ (100RC), bekend als het Global Resilient Cities Network (GRCN). Resilience dus, vrij vertaald is dat zoiets als weerbaarheid en veerkracht.
En dat begrip is, zo benadrukt Molenaar meteen, een stuk breder dan de term klimaatadaptatie. “Waar het om gaat, is dat we de stad proberen voor te bereiden op plotselinge gebeurtenissen en geleidelijke veranderingen. Dat kunnen dus felle hoosbuien zijn, maar ook de stijgende zeespiegel. Hiervoor moeten we in de stad klimaatadaptieve maatregelen nemen. Maar dat is slechts een van de manieren om de stad weerbaar en veerkrachtig te maken. Het gaat verder.” Lees meer
Houden Nederlandse grensgemeenten rekening met risico’s die afkomstig zijn van buitenlandse grensgemeenten? Het voorschrift van een risico-/weerstandsparagraaf bestaat ondertussen bijna 25 jaar. Voldoende reden om de weerstandsparagraaf (WP) onder de loep te nemen, betoogt Peter Boorsma. Deel 1 van een vierluik.
In deel 1 worden na de inleiding de opzet van het onderzoek en de steekproef besproken. Vervolgens wordt antwoord gegeven op de eerste onderzoeksvraag: wie schrijft de weerstandsparagraaf.
Inleiding
Bijna 25 jaar geleden is voorgeschreven aan gemeenten en provincies, en later waterschappen, dat de begroting en de rekening een risicoparagraaf bevat. Nederland was daarmee pionier, aangezien geen ander land zo een voorschrift kende. Inmiddels heeft ook Noorwegen een soortgelijk voorschrift [2], hoewel ik niet kan beoordelen hoe het Noorse voorschrift zich verhoudt tot het Nederlandse voorschrift.
In de beginjaren was het voorschrift een verplicht nummer: het leefde niet, de gemeenteraad en de provinciale staten schonken weinig aandacht aan de nieuwe informatie (zie o.a. noot 4). Enkele jaren later is het voorschrift verbeterd: het werd omgezet in een paragraaf Weerstandsvermogen.
Eerst was het voorschrift een verplicht nummer; het leefde niet.
Wat later is het verbeterd en omgezet in een paragraaf Weerstandsvermogen.
Paragraaf weerstandsvermogen
De weerstandsparagraaf (WP) zou een overzicht bieden van die risico’s waarvoor geen dekking is gegeven via een verzekering of een voorziening. Reguliere, veelvoorkomende geringe risico’s worden niet opgenomen; van die niet-gedekte risico’s wordt via kans en geschatte schade de benodigde weerstandscapaciteit gepresenteerd.
Die benodigde capaciteit wordt vergeleken met de aanwezige weerstandscapaciteit. De ratio tussen aanwezige en nodige weerstandscapaciteit wordt weerstandsvermogen genoemd [3] (in de verdere tekst wordt regelmatig geschreven over ‘de ratio’). De paragraaf moet daarbij ook aangeven wat het beleid is gericht op de dekking van risico’s.
Evaluatie weerstandscapaciteit
Het ministerie van Binnenlandse Zaken heeft in de Toelichting geschreven wat onder weerstandscapaciteit kan worden verstaan. In 2014 Is een kritische evaluatie gepubliceerd door Boorsma en Haisma [4]. De belangrijkste punten van kritiek (naast herhaalde lof voor het Nederlandse initiatief) komen op het volgende neer:
De berekening van de aanwezige weerstandscapaciteit is bedrijfseconomisch niet goed: balansposten (reserves) zijn niet met begrotingsposten op te tellen.
De reserves (passiva op de balans) zijn niet ‘vrij beschikbaar’.
Naast de reserves op de passiefzijde zouden ook de schulden moeten worden gepresenteerd. Kortom, aandacht voor solvabiliteit is gewenst.
Door de beperking tot risico’s die niet gedekt zijn, wordt een integraal risicomanagement onmogelijk. De overheidsorganisatie moet om te beginnen alle risico’s in kaart brengen, en per risico afwegen welke beheersmaatregelen moeten worden gevolgd: vermijden, voorkomen, beperken, overdragen (via een verzekering, overdragen naar derden), of accepteren ( opvangen in de begroting, afdekken met een interne verzekering).
Beleid wordt meestal niet besproken in de paragraaf.
Vrij snel na het genoemde artikel is in BBV 2015 de WP gewijzigd: ‘Besluit van 15 mei 2015, houdende wijziging van het Besluit begroting en verantwoording provincies en gemeenten in verband met het opnemen van kengetallen in de paragraaf weerstandsvermogen en risicobeheersing’.
Zes financiële kengetallen
De belangrijkste wijziging is het opnemen van zes (1a, 1b t/m 5) financiële kengetallen, waaronder de netto schuldquote en de solvabiliteit. Daarmee is het bovengenoemde punt 3 van kritiek gepareerd. De vraag rijst of ook liquiditeit moet worden opgenomen als variabele.
Public Risk Forum #4: Het financiële advies van de risicomanager
Public Risk Forum 4, woensdag 24 juni 2020. Op deze dag vond de vierde online discussie plaats van het Public Risk Forum, het platform voor dialoog en kennisuitwisseling van PRIMO. Leden van dit forum hebben van gedachten gewisseld over nut en noodzaak van een financieel advies van de risicomanager.
Reden van dit onderwerp ligt in de recente publicaties, die duiden op het feit, dat met name de (lagere) overheden een tijd tegemoet gaan waar het op peil houden van de financiële budgetten veel aandacht zal krijgen. De gedachtewisseling is begonnen met het uitgangspunt dat er over het algemeen sprake is van een kwestie die moet worden opgelost wil het tot een dergelijk advies komen.
De deelnemers hebben daarbij als heikele kwesties, vanuit hun eigen werkervaring, ter verdere discussie/uitwerking onder andere ingebracht:
De doorontwikkeling van het sociaal domein blijft veel aandacht vragen.
Vanaf de ontwerpfase in bouwprojecten is veiligheid in brede zin toch wel een zaak, die meer aandacht vraagt. Veiligheid in brede zin komt opnieuw op de kaart.
Er is een noodzaak om meer focus aan te brengen, nu er heel veel ontwikkelingen en eigenlijk te veel kwesties spelen. Daarbij te denken valt aan onder meer te denken aan de stikstofproblematiek, bestuurlijke ontwikkelingen zoals omgevingswet, maar ook de problematiek rond Corona, klimaat en energie, water, digitale transformatie.
Opgaven binnen bijvoorbeeld een dienst Stadsontwikkeling moeten worden “georganiseerd”, nu opgaven voor de langere termijn kunnen stagneren. Waar wordt de bedrijfscontinuïteit van de stad geraakt, waar exact? Weten wij dat? Wie is daarvoor verantwoordelijk? Wie is de eigenaar van het probleem?
Last but not least dient er veel meer aandacht te zijn voor effectieve risicoreserveringen, het creëren van budgetruimte en het op peil houden van de weerstandscapaciteit
Geconcludeerd is door de deelnemers dat de financiële effecten van de Coronacrisis wel zijn doorberekend inmiddels, c.q. worden bijgehouden. De discussie voor de 2021 begrotingen wordt als cruciaal beschouwd, omdat daarin de daadwerkelijke keuzes moeten worden gemaakt. Zicht op indirect effecten is nog wat onzeker.
Aansluitend is van gedachten gewisseld over de financiële risico’s voor de overheden in algemene zin. Uit deze discussie kwamen de volgende punten naar voren:
Het benutten en uitbuiten van de Corona-regelingen kan leiden tot nieuwe publieke risico’s, risico’s voor de samenleving.
De financiële risico’s die verbonden zijn aan deelnemingen vragen echt aandacht.
De gevolgen van het opschorten van projecten kan leiden tot onvoorzienbare verschuivingen in het weerstandsvermogen.
Het salderen van regelingen geeft financiële risico’s. Inzicht is belangrijk.
Er zijn tegenvallers te verwachten m.b.t. de uitkeringen uit het provincie- en gemeentefonds en wat zijn hun effecten?
Bezuinigingen op het sociaal domein worden nu al moeilijk gehaald. Wat zijn de risico’s financieel en voor de zorg zelve?
Er zitten financiële risico’s verbonden aan het aankopen c.q. verplaatsen van eigendom van derden t.b.v. bouw- en/of werkterreinen, nu er een druk komt op het uitvoeren van bouwprogramma’s.
Kansen en risico’s worden niet expliciet genoeg gemaakt en daarbij komt dat naar deze aspecten (kansen hebben een andere mindset dan het kijken naar en denken over risico’s) door bestuurders en topmanagers wordt gekeken op een totaal verschillende wijze.
De deelnemers aan het Public Risk Forum kwamen op basis van de inventarisatie van de kwesties en financiële risico’s tot de formulering van de volgende adviezen:
Breng de financiële pijn van de Corona crisis in kaart. Bij de gemeenten wordt hier reeds volop aan gewerkt. Dit speelt overigens bij de provincies in mindere mate.
Laat risicomanagement en financial control naast en onafhankelijk van elkaar functioneren om een brede gedachtewisseling over risico’s mogelijk te maken.
De blik moet vooruit worden gericht (risico’s liggen altijd in de toekomst), dus niet alleen terugkijken en verantwoording afleggen (audit en control). Beide kunnen bijeenkomen in het financieel risicomanagement.
Het risicomanagement dient toch echt deel uit te gaan maken van het besluitvormingstraject van top en bestuur, dit zowel in de lijn als op programma-/projectniveau. Dit alles kan leiden tot een goed en aan te passen risicoprofiel dat financieel vertaald kan worden.
Vanuit de deelnemers wordt nog een aantal meningen meegegeven die van belang zijn voor een goede bedrijfsvoering:
Wees risicobewust en handel ernaar.
Weeg risico’s af met behulp van heldere en uniforme beheerkaders.
Met de Coronacrisis als voorbeeld moet worden geconstateerd dat daar in eerste instantie (in het begin mogelijk wel terecht) de focus met name op de gezondheidszorg heeft gelegen. De andere risico’s sneeuwden in het begin volledig onder en de les zou zijn, deze eerder een rol te laten spelen in de verdere besluitvorming.
Er dienen zoveel mogelijk disciplines te worden bijeengebracht en er moet durf zijn de risico’s te benoemen en onderdeel te laten zijn van de besluitvorming. Het gaat om het beheersen van onzekerheden.
Risicomanagement is met zijn prospectieve karakter, in combinatie met scenarioplanning een onmisbaar instrument voor een effectieve sturing van organisatie.
Risicomanagement dient altijd onderdeel te zijn van de besluitvorming, zoals bij de punten onder het kopje ‘advies’ reeds is omschreven. Daaraan kan op deze plaats worden toegevoegd, dat als dit niet zichtbaar is het risicomanagement geen bestaansrecht meer heeft.
Risicomanagement is een belangrijke pijler om als organisatie en samenleving te leren en naar de toekomst te kijken in plaats van steeds maar weer terug te kijken.
Aan dit Forum hebben deelgenomen: Pauline Strijers, Risicomanager bij het Ingenieursbureau van de gemeente Den Haag, Jolanda Scheider, Adviseur Concern Control provincie Noord-Brabant, Niels den Das, adviseur Risicomanagement gemeente Amsterdam, Mary-Ann Mooiman, Risicomanager provincie Zuid-Holland en Ed Mallens, Kwaliteits-/Risicomanager gemeente Rotterdam. Namens PRIMO hebben deelgenomen Jack Kruf en Harrie Scholtens.
De deelnemers aan dit Forum hebben overigens geconcludeerd dat het aanbeveling verdient om de “krachten te bundelen” en toe te werken naar het op regelmatige wijzer formuleren van adviezen/meningen over prangende onderwerpen binnen het openbaar bestuur.
Zo zal in een volgend Public Risk Forum de Digitalisering aandacht krijgen, maar ook onderwerpen als: discriminatie, informatiebeveiliging, veiligheid in de breedste zin van het woord en nut en noodzaak van een paragraaf Besturing, zullen nog aan de orde komen. Dit lijstje zal nog worden aangevuld gedurende de komende tijd.
Het interactieve Public Risk Forum is vanaf deze bijeenkomst ingepland voor elke twee weken.
De volgende digitale bijeenkomst gaat over Risicomanagement en digitalisering als corporate opgave is gepland op woensdag 8 juli a.s. van 11.30 tot 12.30 uur. De lijnen staan open vanaf 11.00 uur.
Heeft dit alles uw interesse opgewekt voor het PRIMO Public Risk Forum, schroom dan niet contact op te nemen met PRIMO via admin@primonederland.nl.
WRR-reflecties op de langetermijngevolgen van de coronacrisis.
De COVID-19 pandemie heeft zeer grote maatschappelijke, politieke en economische gevolgen die we nog lang zullen voelen. De kans is groot dat deze crisis leidt tot veranderingen in hoe we de wereld begrijpen en welke keuzes we als samenleving maken. De Nederlandse samenleving staat dus voor de uitdaging om te behouden wat goed ging, lessen te trekken waar verbetering mogelijk is en in te spelen op de veranderingen die op ons afkomen. Met deze notitie beoogt de WRR de regering en het parlement te ondersteunen bij het aanpakken van de gevolgen van de coronacrisis voor Nederland.
Kwetsbaarheden blootgelegd
Hoewel er in ons land veel goed is gegaan tijdens deze crisis, heeft de pandemie ook een aantal belangrijke kwetsbaarheden blootgelegd. We signaleren onder andere een opeenstapeling van economische en gezondheidsrisico’s bij mensen die al in een lastige situatie zitten, het beperkte schokabsorberende vermogen van het bedrijfsleven, de fragiliteit van globalisering en moeizame internationale samenwerking.
Een cruciale opdracht
Op basis van onze publicaties van de afgelopen jaren presenteren wij beleidsuitgangspunten om deze kwetsbaarheden te verminderen. Het gaat hierbij onder meer om versterking van de kennis en capaciteit binnen de overheid, aanpassingen in de flexibele arbeidsmarkt en de sociale zekerheid, een betere maatschappelijke inbedding van het bedrijfsleven, het in goede banen leiden van de versnelde digitalisering en meer schokbestendigheid tegen internationale verstoringen.
Voor de overheid ligt hier een cruciale opdracht: zij moet de veerkracht van de samenleving versterken zodat we kunnen herstellen van de crisis en voorbereid zijn op de veranderingen die nog gaan komen. Maar de overheid kan dit niet alleen: hier ligt ook een collectieve verantwoordelijkheid van burgers, bedrijven en maatschappelijke organisaties. Bovendien kan Nederland dit niet alleen: internationale afstemming en solidariteit zijn onmisbaar. Dit is geen vanzelfsprekendheid, want het vergt de bereidheid van mensen, ondernemingen, organisaties en landen om op hun eigen belangen in te leveren met het oog op het collectieve belang. Lees meer
Change is here to stay – 5 essentiële principes voor succesvol besturen in crisistijd
Alinda van Bruggen
Sinds het uitbreken van de Corona-pandemie bevinden we ons in een nieuwe werkelijkheid. Een werkelijkheid die we nog maar beperkt kennen en doorgronden. Maar waarbij één ding wel zeker is: er komt nog meer in beweging dan we nu kunnen voorzien.
De fase van de acute crisis is voorbij, gelukkig, maar daarmee wordt het niet in alle opzichten gemakkelijker. Er mag en kan weer meer – maar daarmee wordt het moeilijker de collectieve focus op ‘zorg dragen voor wat er echt toe doet’, die in de eerste periode zoveel veerkracht en saamhorigheid bracht, vast te houden. Nadat de eerste dreiging het hoofd geboden is, zal in de komende tijd steeds meer zichtbaar en voelbaar worden wat daarvan de prijs is. Het leiderschap dat in de acute fase verwelkomd werd, zal in deze fase een andere vorm moeten vinden om de collectieve energie en creativiteit van velen te aan te boren om de nieuwe werkelijkheid in te richten. Lees meer
Public Risk Forum #2: Risicomanagement: systemen en software
Op deze dag vond de tweede online discussie plaats van het Public Risk Forum, het platform voor dialoog en kennisuitwisseling van PRIMO. Leden van dit forum hebben van gedachten gewisseld over hun ervaringen met systemen en -software inzake risicomanagement.
Het was een levendige discussie aan de hand van een door PRIMO verzorgde inleiding met een overzicht van de meest gehanteerde systemen en software, hun achtergronden en uitgangspunten.
Uit de ervaringen van de deelnemers blijkt een grote variëteit aan gehanteerde systemen. De algemeen gedragen mening was dat het telkens een grote uitdaging is om de ervaringen op de werkvloer, de daar onderkende risico’s in de bedrijfsvoering naar het hogere strategische niveau in de organisatie te krijgen waar de uiteindelijke (politieke) beslissingen worden genomen. Topmanagers en bestuurders lijken (nog steeds) niet echt verbonden met de uitgebreide registraties op operationeel en tactisch niveau. Risicomanagement is nog steeds niet hun ding. Op zich is dat bijzonder omdat er veel op het spel staat aan belangen.
Het blijft een uitdaging om aan het proces van bottom-up werken invulling te geven – of zoals PRIMO het duidt, vanuit de principes van de High Reliability Organisation, waarbij het management luistert naar de deskundigen in de directe dienstverlening en uitvoering. De meeste systemen kunnen hiervoor een handvat voor bieden, maar de uitgebreidheid van registraties en hun formulieren ontnemen het zicht op de grote lijn. Eenvoud wordt gepredikt.
Een en ander is ook afhankelijk van het overall concept waar al dan niet voor wordt gekozen in de organisatie, zoals daar zijn ISO 31000, INK/CAF, COSO of bedrijfsvoering op basis van Plan-Do-Check-Act. Overall concepten ontbreken meestal, zo blijkt. Wat verder mag worden geconstateerd is dat ook het invullen van de good-old Excel sheets nog een brede verspreiding heeft onder de diverse organisaties. Opvallend.
De kunst van registeren is dat de systemen zodanig worden ingericht dat het voor de onderscheiden medewerkers geen drempel oproept om gegevens in te voeren. Er wordt toch gevraagd, naast zovele andere zaken, om iets bij te gaan houden naast de inhoudelijke werkzaamheden. Het verwordt dan tot een administratieve belasting, als een extra bovenop het gewone werk, als een Fremdkörper. Gebruiksvriendelijkheid van systemen is een punt van grote aandacht.
Van belang lijkt ook te zijn hoe één en ander binnen de organisatie wordt aangestuurd. Is er sprake van een focus op dialoog of op registratie en vastlegging. Wordt het gebruikt voor strategie en beleid? Of dient het louter de planning- en controlcyclus als zodanig. Is er een bestuurlijke component aanwezig en is er eigenaarschap in de vorm van een portefeuillehouder risicomanagement? Of staat elke portefeuillehouder aan de lat om transparantie met betrekking tot risico’s te bieden? Staan de strategische risico’s voorop of hebben de projectrisico’s de meeste aandacht? Staat de financiële huishouding centraal in het hart van het denken? Is de focus van de organisatie op ex ante of ex post? Ligt het accent op control of op ontwikkeling?
De algehele conclusie was toch wel dat de hantering van welke gebruikte methode of raamwerk dan ook staat of valt met de betrokkenheid van het bestuur en de top van de organisatie. Die ontbreekt veelal. Maar wat er ook mag zijn van dit alles: uiteindelijk draait het om het neerleggen van alle informatie in een gedegen risico- en weerstandsparagraaf. Dat blijft uiteindelijk handwerk en onderwerp van bestuurlijke besluitvorming. PRIMO pleitte wederom voor een bredere besturingsparagraaf voor en bij alle majeure dossiers.
Het werd als zinvol ervaren uit te wisselen op deze wijze. Meerdere bilaterale contacten zijn gelegd om te komen tot onderlinge deling van relevante documenten. Het elkaar op de hoogte te houden van de ontwikkelingen in de diverse organisaties blijkt erg nuttig en te voorzien in een behoefte.
De volgende digitale bijeenkomst is gepland op woensdag 10 juni a.s. van 11.30 tot 12.30 uur. De lijnen staan open vanaf 11.00 uur. Onderwerp: Caleidoscoop publieke waarden en risico’s. PRIMO presenteert haar opleiding voor leden. Voor meer informatie zie hier.
Heeft dit alles uw interesse opgewekt voor het PRIMO Public Risk Forum, schroom dan niet contact op te nemen met PRIMO via admin@primonederland.nl.