De 17e editie van het Global Risks Report volgt de wereldwijde risicopercepties van risico-experts en wereldleiders in het bedrijfsleven, de overheid en het maatschappelijk middenveld. Het onderzoekt risico’s in vijf categorieën: economisch, ecologisch, geopolitiek, maatschappelijk en technologisch.
Elk jaar analyseert het rapport ook de belangrijkste risico’s. Deze worden tot in detail onderzocht – dit kunnen risico’s zijn die prominent aanwezig zijn in het onderzoek, risico’s die actueel naar voren komen, of potentiële blinde vlekken in risicopercepties.
Hoewel het World Economic Forum zijn jaarlijkse bijeenkomst dit jaar opnieuw heeft uitgesteld in het licht van aanhoudende onzekerheid over Omicron en andere virusvarianten, staat er nog genoeg op de #DavosAgenda. Wereldleiders zullen van 17 tot en met 22 januari in plaats daarvan deelnemen aan een virtuele reeks “State of the World” -sessies om zich te concentreren op het bedenken van oplossingen voor ’s werelds meest urgente uitdagingen, van economisch herstel tot klimaatverandering.
De onderwerpen die de online sessies van dit jaar domineren zijn:
de effecten van de pandemie op de sociale cohesie en het levensonderhoud
wereldwijde economische vooruitzichten en sentiment
druk op overheden, bedrijven en samenlevingen om over te gaan naar een economie zonder nul
de toegenomen afhankelijkheid van digitale infrastructuur en toenemende cyberbeveiligingsrisico’s
waarom de ruimte een opkomende wereld van wereldwijd risico is
Eerste thema bij het Public Risk Forum: WEF Global Risks Report 2021
Woensdag 3 maart opent het Public Risks Forum (PRF) in 2021 met het Global Risk Report 2021. Het Global Risk Report is eind januari uitgebracht door het World Economic Forum. Ed Mallens – Kwaliteitsmanager/ Risicomanager – bij de gemeente Rotterdam heeft op basis van het WEF rapport een vertaling gemaakt van ‘Global to local’. De uitwerking van het Global Risks Report is specifiek gericht op de publieke sector. De presentatie zoomt, vanuit het mondiale risicobeeld, in op de lokale bedreigingen, kansen en beheermaatregelen voor de korte en langere termijn.
Thema’s zoals extreem weer, vervuiling, natte voeten, hittegolf, storm, besmettelijke ziekten, digitale ongelijkheid, financiële crisis, verstoorde woon- en/of leefomgeving en het uiteenvallen van ICT netwerken passeren de revue.
Programma eerst nog digitaal
We houden het eerste Public Risk Forum op woensdag 3 maart tussen 09-00 en 12.00 uur. Dat doen we in een bruisende en inspirerende online sessie. Na de inleiding van Ed Mallens is er volop ruimte voor discussie en verdieping en zijn er aparte digitale vergaderruimtes beschikbaar. Hier kunnen de deelnemers in kleine groepjes een onderwerp uitdiepen en centraal terug rapporteren aan de groep. Bij de Public Risk Forum bijeenkomsten staat kennisdeling centraal. De brede expertise die deelnemers inbrengen zorgt ervoor dat er een bredere focus ontstaat op risicomanagement op de korte – en lange termijn. Het forum is gratis toegankelijk voor leden. Het Public Risk Forum zal dit jaar vijf tot zes keer georganiseerd worden. Eerst digitaal maar als het weer kan op een locatie centraal in het land.
WEF Global Risk Report 2021
De 16e editie van het Global Risks Report van het World Economic Forum is op 19 januari 2021 gepubliceerd. Het analyseert de staat van de huidige publieke waarden, maatschappelijke risico’s, aanhoudende en opkomende risico’s zoals voor de gezondheid, stijgende werkloosheid, groeiende digitale scheidslijnen, ontgoocheling bij jongeren over de huidige situatie en geopolitieke fragmentatie.
De 16e editie van het Global Risks Report van het World Economic Forum is op 19 januari 2021 gepubliceerd. Het analyseert de staat van de huidige publieke waarden, maatschappelijke risico’s, aanhoudende en opkomende risico’s voor de gezondheid, stijgende werkloosheid, groeiende digitale scheidslijnen, ontgoocheling bij jongeren en geopolitieke fragmentatie.
Bedrijven riskeren een wanordelijke shake-out die grote groepen werknemers en bedrijven kan uitsluiten van de markten van de toekomst. De aantasting van het milieu – nog steeds een existentiële bedreiging voor de mensheid – dreigt samen te vallen met maatschappelijke risico’s en ook ernstige gevolgen te hebben. Maar nu de wereld meer op risico’s is afgestemd, kunnen lessen worden getrokken om de respons en veerkracht te versterken. In 2020 werd het risico op een pandemie werkelijkheid. Nu overheden, bedrijven en samenlevingen worstelen met COVID-19, is maatschappelijke samenhang belangrijker dan ooit. Meer dan waard om te lezen! WEF_The_Global_Risks_Report_2021
Het is duidelijk dat zowel de politiek, het RIVM als ook de media en het grootste deel van de bevolking nog steeds collectief gevangen zitten in dit patroon. In een rapportage over de gevolgen van Covid-19 in Zuid-Amerika vertelde een journalist van de NOS enkele maanden geleden dat dit virus als een vergrootglas werkt en dus uitvergroot laat zien wat er al aanwezig was in de kwetsbare Zuid-Amerikaanse landen. Er was sociaal gezien al een grote armoede en leefomstandigheden die slecht zijn. Economisch gezien is er geen vangnet, zoals hier in Nederland. Covid-19 maakt dit alleen maar groter en meer zichtbaar. Lees meer
Door ontkerkelijking en individualisering zijn politici genoodzaakt om legitimiteit te ontlenen aan het hier en nu. Daarom is het altijd ‘crisis’, zeggen Mark van Ostaijen en Joost Röselaers. We lijken in een permanente staat van crisis te verkeren. De afgelopen jaren werden beheerst door de financiële crisis, stikstofcrisis, klimaatcrisis en coronacrisis. Staat de wereld echt permanent in brand of is er iets anders aan de hand? En waar komt precies de noodzaak vandaan om sociale problemen als crisis op te vatten? Lees meer
Legal Risk Management in een veranderend landschap van zakendoen en compliance
David Schreuders
We leven in een tijd van crisis. Of eigenlijk: crises, meervoud dus, want naast de coronacrisis met een mondiale economische recessie tot gevolg, kunnen we onze ogen niet sluiten voor de al langer bestaande klimaatcrisis en recentelijk is daar ook nog een sociale crisis bij gekomen, als gevolg van de tragische dood van George Floyd in de VS. In meer dan 3.900 steden wereldwijd vonden steunbetuigingen plaats aan de Black Lives Matter beweging, soms zelfs gepaard gaand met een heuse ‘beeldenstorm’ en werd de maatschappelijke discussie over discriminatie een hot topic.
Al deze crises hebben consequenties voor de wijze waarop bedrijven tegenwoordig zaken moeten doen en ze hebben geleid tot een veranderend spectrum van risico’s waar ondernemingen tegenaan lopen. Dit artikel bespreekt een aantal recente en belangrijke veranderingen van bedrijfsrisico’s waarop een adequaat Enterprise Risk Management (ERM) en als onderdeel daarvan Legal Risk Management –andere bedrijfsrisico’s zoals operationele, financiële, interne organisatie en omgevingsrisico’s worden niet besproken – zal moeten inspelen. Aan het slot wordt een overzicht gegeven van de wijze waarop dat zou kunnen gebeuren. Lees meer
Risico op personeelstekort gemeenten onvoldoende onderkend in begroting
Daphne Postma, Luuk van de Ven, Tjerk Budding en Erwin Ormel
Al geruime tijd wordt onderkend dat gemeenten in de nabije toekomst wellicht te maken zullen krijgen met een lastig bedrijfsvoeringsvraagstuk, namelijk een tekort aan personeel. Veel gemeenteambtenaren gaan komende jaren met pensioen. Vanwege de krappe arbeidsmarkt zal het lastig zijn om voldoende nieuwe medewerkers aan te trekken. De vraag is echter in hoeverre gemeenten zelf over dit risico rapporteren in hun verantwoordingsstukken?
Dat gemeenten risico lopen onvoldoende personeel in dienst te hebben, blijkt onder meer uit cijfers die het A&O fonds rapporteert in haar jaarlijkse personeelsmonitor. In de meest recente versie daarvan (uit mei 2020) geven zij aan dat meer dan een derde (34%) van de medewerkers bij gemeenten 55 jaar of ouder is. Dit is meer dan het landelijke gemiddelde (21%). Illustratief zijn ook de cijfers die de Kennisbank Openbaar Bestuur publiceert. Hieruit (zie figuur 1) komt naar voren dat de modus, dat wil zeggen de leeftijd die het vaakste voorkomt, is verschoven van 49 jaar in 2010 naar 57 jaar in 2018. Ook is te zien dat steeds meer medewerkers in de 60+ categorie vallen.
Dat gemeenten mogelijk te maken krijgen met een personeelsprobleem blijkt ook uit het uitstroomcijfer: deze is gestegen van 6,2% uitstroom in 2015 naar 8,2% in 2019. Dat heeft voor een belangrijk deel met pensionering te maken, maar ook zien we dat veel medewerkers gemeenten vroegtijdig verlaten.
In de achterliggende periode is de groep medewerkers in de leeftijd van 35-55 jaar het sterkst teruggelopen. Dat is de groep ambtenaren met veel kennis en ervaring. Bedroeg het percentage vrijwillig ontslag (bijvoorbeeld vanwege betere arbeidsvoorwaarden elders) nog 30% in 2015, deze was 49% in 2019. Kortom, gemeenten weten lang niet al het personeel te behouden. Dat betekent dat gemeenten voor een grote uitdaging staan om deze vakkennis de komende jaren vast te houden.
Figuur 1. Ontwikkeling personeelsbestand gemeenten
Rapporteren
Nu blijkt dat gemeenten mogelijk te maken krijgen met een aanzienlijk risico op het optreden van een personeelstekort door personeelsuitstroom, zou er verwacht mogen worden dat ze hierover rapporteren in hun verantwoordingsdocumenten, dat wil zeggen in de begroting en de jaarrekening. Voorshands zijn er naar onze mening twee voordehandliggende plekken daarvoor: de paragraaf Weerstandsvermogen en risicobeheersing alsmede de paragraaf Bedrijfsvoering. In eerstgenoemde paragraaf dienen gemeenten (onder meer) een inventarisatie te verschaffen van de belangrijkste risico’s die zij lopen en het beleid hieromtrent, de laatstgenoemde paragraaf geeft inzicht in de stand van zaken en de beleidsvoornemens ten aanzien van de bedrijfsvoering.
Wij hebben onderzocht in welke mate gemeenten rapporteren over het risico op personeelstekort als gevolg van de uitstroom van personeel. Voor ons onderzoek hebben wij de gemeenten ingedeeld in vier grootteklassen: gemeenten met minder dan 20.000 inwoners, 20.000 tot 50.000 inwoners, 50.000 tot 100.000 inwoners, en meer dan 100.000 inwoners. Binnen iedere grootteklasse zijn willekeurig 20 gemeenten geselecteerd en is de meest recente begroting (over 2020) geanalyseerd.
Mate van rapporteren
Uit de analyse blijkt dat slechts 18 van de 80 gemeenten (22,5%) het risico op personeelstekort door uitstroom noemen in de begroting voor 2020 (zie figuur 2). Twaalf daarvan rapporteren over dit risico in de paragraaf Bedrijfsvoering, vijf doen dit in de paragraaf Weerstandsvermogen en Risicobeheersing. Eén gemeente heeft het risico in beide paragrafen benoemd.
Figuur 2. Rapporteren risico personeelstekort
Als we vervolgens kijken naar verschillen tussen gemeenten, dan zien we dat grotere gemeenten aanzienlijk vaker over mogelijke personeelstekorten rapporteren dan kleine gemeenten (zie figuur 3). Zo benoemt 30% van de gemeenten met meer dan 100.000 inwoners dit risico, terwijl dit percentage op 10% ligt bij de groep kleinste gemeenten (minder dan 20.000 inwoners).
Figuur 3. Samenhang grootte en mate van rapporteren
Wijze van rapporteren
Nadat we hebben geanalyseerd of gemeenten überhaupt rapporteren over mogelijke personeelstekorten, hebben we gekeken hoe de gemeenten die dat wel doen daarover verslag doen. We hebben in onze analyse daarbij specifiek gekeken naar drie elementen:
Maken ze het risico ook kwantitatief, dat wil zeggen worden er ondersteunende cijfers gehanteerd (zoals het aantal medewerkers dat de komende 10 jaar met pensioen gaat)?
Worden er maatregelen genoemd, dat wil zeggen wordt er aangegeven hoe de uitstroom opgevangen wordt?
Wordt het risico geïnternaliseerd, dat wil zeggen wordt de (mogelijke) rol van de gemeente aangegeven?
Uit figuur 4 blijkt dat de ruime meerderheid van de gemeenten het risico niet kwantitatief maakt in hun begroting. Het benoemen van maatregelen om de uitstroom te ondervangen, wordt door 11 van de 18 gemeenten (61%) gedaan. Daarnaast heeft 78% (14 gemeenten) het probleem geïnternaliseerd.
Figuur 4. Wijze van rapporteren
Woorden en duidingen
Als laatste onderdeel van onze analyse hebben we gekeken welke woorden en duidingen door de gemeenten gebruikt worden. Hierbij valt op dat ze daarvoor veelal woorden als ‘vergrijzing’, ‘natuurlijk verloop’ en ‘pensioenuitstroom’ gebruiken. Daarnaast wordt geregeld aangegeven dat het lastig is om personeel te behouden, omdat er ook van buitenaf steeds harder aan hun personeel getrokken wordt. Hierdoor ontstaat er krapte in het personeelsbestand.
‘We ontwikkelen een arbeidsmarktcommunicatie om voorbereid te zijn op de pensioenuitstroom: 200 collega’s de komende 10 jaar’
De betreffende gemeenten zien in dat de uitstroom van het personeel in de organisatie veelal te maken heeft met de stijging van de gemiddelde leeftijd van het personeel. De gemeenten die rapporteren over het risico op personeelstekort geven daarnaast geregeld aan op de lange termijn bezig te zijn met het overdragen van kennis naar de jongere collega’s.
‘Ook de voorziene uitstroom van pensioengerechtigden is op deze manier in beeld, waardoor vroegtijdig kan worden geanticipeerd op de overdracht van kennis van oudere naar jongere collega’s’
Daarnaast is er ook oog voor de, over het algemeen, krapper en grijzer wordende arbeidsmarkt. Gemeenten hebben moeite met het aantrekken van hoger opgeleid personeel, hebben last van een leger wordende ‘vijver’ en hebben moeite om balans te houden in de leeftijdsopbouw van het personeelsbestand.
‘En daar ligt een grote uitdaging! Want net zoals iedere andere werkgever vist de gemeente Terschelling in een vijver die door de vergrijzing steeds leger wordt.Gekwalificeerd personeel werven en behouden, waarbij huisvesting een heikel punt is, is een flinke opgave’
Conclusie
Hoewel vrij breed onderkend wordt dat gemeenten een mogelijk risico lopen onvoldoende personeel in dienst te zullen hebben in de toekomst om de diverse activiteiten te kunnen ontplooien, rapporteert nog geen een op de vier gemeenten (22,5%) hierover in de daarvoor voordehandliggende onderdelen van de begroting.
Het is daarbij niet alleen opmerkelijk dat ze dit risico niet noemen, daarnaast zijn juist deze onderdelen (de paragraaf Weerstandsvermogen en risicobeheersing alsmede de paragraaf Bedrijfsvoering) erop gericht om over dit soort zaken te rapporteren. Het is ons niet duidelijk waarom dit in de praktijk nauwelijks gebeurt.
In dit artikel hebben we daarnaast laten zien dat er verbeterpotentieel is inzake het kwantitatiever maken van de risico’s, het aangeven van mogelijke maatregelen die genomen kunnen worden en het meer internaliseren van de risico’s. Wij hopen dat dit artikel een bijdrage kan leveren aan een adequaat HR-beleid bij gemeenten door risico’s inzake personeel meer te onderkennen en daarover met elkaar het gesprek aan te gaan.
Stefan Lundbergh in gesprek met evolutionair econoom Dirk J Bezemer. Over de korte en lange termijn gevolgen van de coronacrisis en de rol van de nu zeer snel groeiende schuldenberg. “We zien een verschuiving waarin de schuldeiser steeds meer een aandeelhouder wordt.” Lees meer
PRIMO agendeerde in 2019 de financiële huishouding van de overheid in relatie tot voorliggende opgaven en transities. Het beeld van oplopende schulden, geringe reserves, lage solvabiliteit en zorgelijke balansen maakten toen al duidelijk dat er haarscheurtjes in het systeem zaten.
Haar Denktank ‘From Global to Local’ handelde hierover. Daarbij werd gewezen op de Seth Klarman Letter, die de discussies tijdens de bijeenkomst van wereldleiders in januari Davos 2019 sterk heeft beïnvloed. Kort gezegd: Klarman maakte zich eind 2018 reeds grote zorgen over de oplopende schulden van overheden, wereldwijd, en de impact van volatiliteit in beleid en de invloed op het gedrag van private investeerders. Seth Klarman is algemeen directeur en portfolio manager van de Baupost Group.
Public Risk Forum #1: Covid-19 en de top 10 van publieke risico’s
Op deze dag vond de eerste online discussie plaats van het Public Risk Forum, het platform voor dialoog en kennisuitwisseling van PRIMO. Leden van dit forum hebben van gedachten gewisseld over de invloed van de huidige Coronacrisis op de beleving van risicomanagement in hun organisaties in het algemeen en op de top 10 van risico’s in het bijzonder.
Het beeld wat hieruit naar voren komt is dat de crisis alle andere aspecten min of meer ter zijde heeft gesteld. Dat is geen nieuws, maar wel bijzonder om te delen. Nu het eerste stof enigszins is neergedaald komen de inventarisaties van de aangerichte schade – ook door het handelen van de overheid zelve – op gang en doemen als snel nieuwe risico’s op. PRIMO bracht de top 10 van risico’sin kaart.
De grote lijn is dat alle energie wordt gestopt in het in kaart brengen van de ontwikkelingen voor het lopende jaar. Bestuur en management zijn druk doende hiermee, zeker als het gaat om de invloed op de samenleving en de consequenties op de diverse beleidsterreinen. Van een lange(re) termijnvisie op de gevolgen (meerjarenbegroting) lijkt nog geen sprake zijn. De fase van het “blussen van de brand” is nog niet voorbij. Er wordt met name gewerkt aan het lijn brengen in de bestuurlijke besluitvorming en consequenties voor de politieke agenda. Hier is sprake van een soort verdoving.
Opvallend is ook dat wat normaal gesproken een structurele zekerheid was, nu een top 10 risico is geworden. Gedacht moet worden aan gegarandeerde opbrengsten uit bijvoorbeeld de toeristenbelasting en parkeergelden. Deze vallen bijna geheel weg of zullen dit jaar niet meer op het niveau komen zoals deze waren opgenomen in de gemeentelijke begrotingen.
Daar worden voor de komende tijd dan ook de nodige uitdagingen gezien. Er zullen toch besluiten moeten worden genomen tot het heroverwegen van investeringen, hetgeen op politiek niveau de nodige hoofdbrekens zal gaan kosten. Uit ervaringen met de crisis van 2008/2009 moet toch worden geconcludeerd dat het geld wat het Rijk nu in het bezweren van de Coronacrisis stopt op één of andere manier terug moet komen. Kortingen op het provincie- en gemeentefonds worden verwacht. De terugbetaling start net als bij de vorige crisis na twee jaar. Momenteel wordt dit aspect bezworen door investeringen te temporiseren. Geen echte keuzes dus nog.
Indien we toch vooruitkijken is het naar mening van de forumleden toch wel zo dat er de komend jaren geen sprake kan zijn van “Business as Usual”, nu er een grote aanslag wordt gepleegd op de algemene reserves. En dat nog afgezien van het feit dat er principiële keuzes gemaakt moeten gaan worden over bijvoorbeeld verstedelijking en vervoersstromen in steden. Qua bedrijfsvoering bij de overheden is de algemene indruk dat dit over het algemeen goed is opgepakt en dat het thuiswerken verbazingwekkend goed is opgepakt en veel producten en diensten zijn en worden gecontinueerd.
Geconcludeerd wordt dat er sprake was van een interessante uitwisseling van gedachten. Deze is gepland op 27 mei a.s. 11:30 – 12:30 uur (de lijnen zijn open om 11:00 uur) voortgezet met een tweede ontmoeting, PRF 2: ervaringen met risicomanagementsystemen en -software.
Heeft dit alles uw interesse opgewekt voor het PRIMO Public Risk Forum, schroom dan niet contact op te nemen met PRIMO via admin@primonederland.nl.