EIU Risk Outlook 2022 REPORT

A REPORT BY EIU

10 scenarios that could impact global growth and inflation

The post-pandemic economic rebound is set to continue in 2022, with the EIU forecasting that global GDP will expand by 4.1% next year. Despite this positive outlook, there are numerous political and economic risks that could derail the recovery.

Whether its conflict arising between China and Taiwan, the emergence of new covid-19 variants, or inter-state cyberwar crippling infrastructure in major economies, this report explores 10 key risk scenarios to watch out for in 2022.

DOWNLOAD REPORT risk-outlook-2022-new Link naar website van de Economist Intelligence: https://www.eiu.com/

 

Over de snel groeiende schuldenberg

Stefan Lundbergh in gesprek met evolutionair econoom Dirk J Bezemer. Over de korte en lange termijn gevolgen van de coronacrisis en de rol van de nu zeer snel groeiende schuldenberg. “We zien een verschuiving waarin de schuldeiser steeds meer een aandeelhouder wordt.” Lees meer

PRIMO agendeerde in 2019 de financiële huishouding van de overheid in relatie tot voorliggende opgaven en transities. Het beeld van oplopende schulden, geringe reserves, lage solvabiliteit en zorgelijke balansen maakten toen al duidelijk dat er haarscheurtjes in het systeem zaten.

Haar Denktank ‘From Global to Local’ handelde hierover. Daarbij werd gewezen op de Seth Klarman Letter, die de discussies tijdens de bijeenkomst van wereldleiders in januari Davos 2019 sterk heeft beïnvloed. Kort gezegd: Klarman maakte zich eind 2018 reeds grote zorgen over de oplopende schulden van overheden, wereldwijd, en de impact van volatiliteit in beleid en de invloed op het gedrag van private investeerders. Seth Klarman is algemeen directeur en portfolio manager van de Baupost Group.

2e bijeenkomst Denktank ‘Financiële strategie in tijden van transitie’

PRIMO organiseerde op vrijdag 15 november 2019 – in nauwe samenwerking met BNG Bank en UDITE – de tweede bijeenkomst van haar Denktank ‘From Global to Local’ 2019.

De eerste bijeenkomst op 5 april dit jaar  richtte zich op de actuele financiële situatie – schuldposities, solvabiliteit en reserves – waarin met name gemeenten zich bevinden. Verkend werd wat de behoeften van voorliggende transities waren, wat de omvang van benodigde investeringen, de vormen van samenwerking en de krijtlijnen voor de governance van de financiële strategie. Om publieke waarden te kunnen realiseren en de publieke risico’s te mitigeren was het duidelijk: een financiële strategie – die ook nog tot uitvoering kan worden gebracht – is een eerste vereiste. Immers: “Geen geld, geen Zwitsers.” De weerstandsratio van Nederland werd geschat op 0.25.

De tweede bijeenkomst, vandaag, ging over de mogelijke scenario’s voor regionale en lokale overheden om daadwerkelijk tot een gerichte financiële strategie te komen. Een strategie die zich kan uitstrekken over meerdere collegeperioden, die continuïteit biedt om effectief te kunnen zijn op energietransitie, klimaatadaptatie, digitale transformatie en circulaire economie. Een strategie ook die bedrijfsvoering op het gebied van samenwerkingsvormen, partnerships en human resource management opnieuw vormgeeft. PRIMO en BNG Bank gingen in de dialoog uitgebreid in op mogelijke en werkende constructen met ‘derden’ die kunnen bijdragen aan effectieve bekostiging, financiering of investering.

Basis op orde, tijd voor reflectie, werken als één overheid met directe lijnen tussen organisaties, langlopende intenties verankeren in meerjarencontracten, ont-politisering van de lange lijnen met respect voor democratische wisselingen om betrouwbaarheid en voorspelbaarheid naar burgers, bedrijven en instellingen te scheppen en en voor regionale platforms zoals Brainport en de Agenda van Delft, die kunnen dienen als ontmoetingsplaats en kristallisatie van initiatieven lijken de sleutels tot succes.

Financiële strategieën met geborgde lijnen zijn de enige weg om effectief te kunnen zijn, om het versnipperde landschap van pilots, van de veelheid aan spelers, financieringsvormen en projecten te kunnen stroomlijnen. Immers, uiteindelijk kan ook de resilience van de stad in het geding zijn. Een lappendeken aan financieringen levert immers veel kwetsbaarheden op. Resilience van het ecosysteem stad is gebaat bij lange lijnen, integraliteit en heldere eindverantwoordelijkheid: ja is hier zelfs afhankelijk van. Bij de huidige bestuurlijke en ambtelijke discontinuïteit (er zijn zo veel wisselingen) en de versnippering lijkt dit toch lastig te worden. Hoe dus ervoor zorgen dat we integraliteit en afstemming bereiken? Meer regie helpt, zakelijke borging ook. Een ‘afwachtende overheid’ zoals Nederland werd getypeerd (dit in tegenstelling tot noordelijke landen) helpt niet.

In gezamenlijkheid werd gediscussieerd over de rollen die bestuurders, concerncontrollers, managers en adviseurs daarin kunnen en soms ook moeten pakken. De conclusie was dat hierbij vanuit het principe van één overheid moet worden gedacht en gehandeld. De permanente en misschien ook wel dominante vertegenwoordiging van belangen, zoals belegd zijn bij tal van koepelorganisaties, kan belemmerend werken om directe lijnen tussen overheden te scheppen en nieuwe vormen van samenwerking te kunnen en te mogen vinden. Rijk, provincies, gemeenten en waterschappen kunnen en moeten veel dichter op en met elkaar opereren om gezamenlijk antwoorden te vinden. En er moet echt meer tijd voor het vak ‘financial engineering’ worden genomen, met respect voor én met raadpleging van de kennis die aanwezig is bij hen die met de voeten in de klei staan of hebben gestaan. Deze kennis benutten raakt aan de principes van de High Reliability Organisation. Luisteren dus naar de mensen die er verstand van hebben.

De concerncontroller als ‘engineer van governance’, de gemeentesecretaris als ‘verbinder met het maatschappelijk veld’, de bestuurder die beseft dat alleen collegiaal bestuur de weg tot succes is, een burgemeester die over de grenzen van zijn portefeuille van ‘veiligheid en openbare orde’ mag en kan meedenken over de samenhang der dingen; het zijn factoren die randvoorwaardelijk zijn voor en bijdragen aan een succesvolle financiële strategie. Daaraan toegevoegd een bredere rol van ministeries: niet alleen de kaart van toezicht is belangrijk of zaligmakend, ook de rol van adviseur naar en partner van lagere overheden dient de zaak. Er is immers maar één overheid. Toezicht schept ook afstand, gevoeld en feitelijk.

De staat van de financiën zoals geduid in april dit jaar hebben eigenlijk alle deelnemers flink bezig gehouden. Er is nu op verdiept, er is aangevuld. Graag verwijzen wij u naar de impressies en conclusies, samengebracht in onderstaande artikelen.

Het was een mooi gesprek vandaag in Den Haag, een intensief en een open debat met een waardig gezelschap: Caspar Boendermaker (BNG Bank), Teun Eikelboom (Ministerie BZK), Ronny Frederickx (UDITE) Anne-Marie Hitipeuw-Gribnau (Den Haag), Bert Hummel (BNG Bank), Hans Krul (Delft), Ed Mallens (Rotterdam), Monique te Selle (Delft), Harrie Scholtens (EIPA), Ad Verbakel (Eindhoven) en Jack Kruf (PRIMO).

De overtuiging was er dat alle kennis in Nederland aanwezig is om de verbindingen te kunnen leggen, die nodig zijn om de succesvolle strategie per transitie te kunnen vinden én te borgen. Het vak financial engineering is daarbij cruciaal om het komende decennium effectief te zijn. Dit vak komt daarmee in het hart van publieke sturing. Er is geen andere weg. Geld bepaalt uiteindelijk de kwaliteit van het publieke domein, onze samenleving, onze welvaart, het persoonlijke welbevinden. Nationale regie wordt nodig geacht, net als gerichte kennisuitwisseling. Anders versnipperen wij en worden te veel wielen telkens opnieuw uitgevonden.

Met de inbreng van de rijke ervaringen en inzichten van BNG Bank zijn wij geïnspireerd geraakt door het beschikbare palet aan mogelijkheden die volksvertegenwoordigingen, besturen en managementteams ter beschikking staan om de nodige besturing in te richten. Wij, Nederlanders, blijken een inventief, maar wel een polderend volkje. De kwaliteit van financial engineering met lange lijnen kan ons maken of breken, zoveel is ook duidelijk. Handelen vanuit de gedachte dat er één overheid is en dat wij van daaruit werken zal helpen, zeer zelfs. Nee, het is een grondgedachte.

Waarom zijn de gemeente-investeringen sinds 2009 sterk gedaald?

Rapport Centraal Planbureau (CPB) van medio 2018. Een herlezing bleek zinvol en een ‘herpublicatie’ door PRIMO gewenst, dit met het oog op de formulering van een financiële strategie in tijden van transitie in haar denktank van 15 november 2019 in samenwerking met BNG Bank. Het herontdekken van lange lijnen gaf ons beter inzicht waar gemeenten nu staan. Belangrijk om te weten. Het CPB kijkt terug over een relevante periode vanaf 2009. Het investerend vermogen bij gemeenten ontbreekt op dit moment, terwijl er grote opgaven voor ons liggen. Lezenswaardig rapport.

In de periode 2009-2016 zijn de gemeente-investeringen als percentage van het bbp met 40% gedaald, van 1,6% bbp naar 1,0% bbp; in nominale bedragen gaat het om een daling met 27%. Op verzoek van het ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties, het ministerie van Financiën en de VNG is onderzocht wat hiervan de oorzaken zijn. Deze CPB Notitie vat de resultaten van dit onderzoek samen. Het plaatst de ontwikkeling van de gemeente-investeringen ook in historisch en internationaal perspectief.

Waarom zijn de gemeente-investeringen gedaald?
Op basis van cijfers over inkomsten en uitgaven van gemeenten, cijfers over baten en lasten van gemeenten, cijfers over de vastgoedmarkt en interviews met zes gemeenten is gekeken welke factoren een verklaring kunnen bieden voor de daling van de gemeente-investeringen sinds 2009. Minder vraag naar gemeenteinvesteringen door de crisis op de vastgoedmarkt en minder rijksbijdragen komen hieruit naar voren als belangrijkste oorzaken; de economische crisis vanaf september 2008 speelt hierbij een duidelijke rol als achterliggende factor.

Onder invloed van de economische crisis is in de periode 2009-2014 de vastgoedmarkt ingestort. In vergelijking met 2009 is het aantal nieuwbouwwoningen in 2014 gehalveerd en is ook de nieuwbouw van bedrijfspanden sterk gedaald. Minder nieuwbouw betekent voor gemeenten ook minder investeringen voor het bouwrijp maken van grond, het aanleggen van straten, pleinen, sporthallen en andere lokale publieke investeringen. Een kwantificering van het totale effect op de gemeente-investeringen is echter lastig; de vermindering van alleen de investeringen in de bouwgrondexploitatie was 0,2% bbp.

Het instorten van de vastgoedmarkt heeft tot forse tegenvallers op de grondpositie van gemeenten geleid. Vanaf 2010 tot en met 2013 worden deze tegenvallers geschat op gemiddeld ruim 1 mld euro (0,2% bbp) per jaar. De mate waarin deze financiële tegenvallers doorwerken op gemeente-investeringen is moeilijk te bepalen. De rijksbijdragen zijn veruit de grootste financieringsbron van gemeenten. Hiervan zijn de investeringsbijdragen, zoals de gelden voor stedelijke vernieuwing en de subsidies voor VINEX-locaties, van direct belang voor de financiering van gemeenteinvesteringen.

Deze investeringsbijdragen zijn sinds 2009 met 0,15% bbp gedaald. Dit komt overeen met een kwart van de daling van de gemeente-investeringen over dezelfde periode. Daarnaast zijn de netto inkomensoverdrachten aan gemeenten als percentage van het bbp met 16% gedaald. Dit heeft ook de financiële ruimte van gemeenten verminderd om investeringen en andere uitgaven te financieren. Een kwantificering van het effect op de gemeente-investeringen is echter niet goed mogelijk. De daling van de rijksbijdragen aan gemeenten hangt samen met de economische crisis. Door de economische crisis zijn de overheidsfinanciën verslechterd en dit heeft geleid tot bezuinigingen bij de rijksoverheid, waaronder op de bijdragen aan gemeenten. Andere mogelijke oorzaken van de daling van de gemeente-investeringen sinds 2009, zoals taakverschuiving naar andere overheidslagen of meetproblemen, lijken niet of nauwelijks van belang,

Sinds 2014 is de woningmarkt weer aangetrokken en is de economische groei opgebloeid tot 2% in 2015 en 2016. Dit heeft nog niet tot veel extra gemeenteinvesteringen geleid. Dit kan komen door een breed scala aan factoren, zoals een ruime voorraad bouwrijpe grond, afspraken met provincies over een beperkt aantal nieuw te bouwen woningen, verschuiving naar binnenstedelijk bouwen met veel private grondeigenaren en aanpassing van bestemmingsplannen kost tijd.

Een aantal van deze factoren, zoals dat aanpassing van bestemmingsplannen tijd kost, suggereren dat de gemeente-investeringen met een paar jaar vertraging zullen aantrekken in reactie op het herstel van de vastgoedmarkt en de economische groei. Maar andere factoren, zoals verschuiving naar binnenstedelijk bouwen met veel private grondeigenaren en daardoor een beperktere rol voor gemeenteinvesteringen, suggereren dat deze toename veel minder sterk zal zijn. Lees meer

PRIMO Denktank 2019

PRIMO Denktank 2019: “Financiële strategie voor transities is hard nodig.”

PRIMO organiseerde op vrijdag 5 april 2019 – in nauwe samenwerking met BNG Bank en UDITE – de 6e Denktank ‘From Global to Local’ in Nederland. Dit jaar ligt de focus op de financiële strategie in tijden van transitie.

De Denktank 2019 boog zich in deze bijeenkomst over de actuele financiële situatie – schuldposities, solvabiliteit en reserves – waarin met name gemeenten zich bevinden. Zij verkende ook de voorliggende transities, besprak de omvang van investeringen, deelde vormen van financiële samenwerking en zette eerste krijtlijnen voor de governance van de financiële strategie. Om publieke waarden te kunnen realiseren en de publieke risico’s te mitigeren is een financiële strategie – die ook nog tot uitvoering kan worden gebracht – een eerste vereiste. Immers: “Geen geld, geen Zwitsers.” Lees het verslag.

6 jaar Denktank ‘From Global to Local’

PRIMO heeft de verslagen van haar jaarlijkse denktank ‘From Global to Local’ – vanaf 2014 – gebundeld. Telkens was het vertrekpunt het Global Risks Report van het World Economic Forum van waaruit direct werd ingezoomd op een concreet thema dat voor onze Nederlandse leden actueel was.

De kern was telkens om in een open dialoog te bespreken wat nodig is, kan zijn of zelfs moet zijn om als publieke organisatie scherp aan de wind te kunnen zeilen. De verbinding tussen publiek leider, de inhoud en de sturing stond en staat daarbij altijd voorop. Morgen de 6e editie.

Via de pagina ‘From Global to Local’ heeft u toegang tot alle verslagen, die inzicht geven hoe PRIMO publiek risicomanagement beoogt te integreren in het geheel van publieke sturing.

Risico beschouwt zij – conform de ISO 31000 en COSOII frameworks – als afwijkingen van wat als publieke waarde wordt beschouwd en gewaardeerd. Dit zowel in de outcome in de samenleving (veiligheid, cohesie), in de output (project, product, dienst) als in de de publieke organisatie zelf (binnen budget werken, bestuurskracht, wendbare organisatie).

Stedelijke c.q. regionale resilience en de Global Goals zijn dragende concepten.

Inschrijven voor onze Nieuwsbrief

Op de hoogte blijven voor alles rondom PRIMO & ontwikkelingen op het gebied van Risico Management? Schrijf dan in voor onze Nieuwsbrief.

© All rights reserved.
PRIMO.

Informatie voor leden

Volg ons